Mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, laag opgeleiden en mensen met een arbeidsbeperking lopen meer kans om hun baan te verliezen door de coronacrisis. Zij hebben vaker een flexibel contract en zijn ook vaker werkzaam in een sector die hard wordt getroffen door de crisis, zoals de uitzendsector, reisbureaus, horeca, luchtvaart en cultuur, sport en recreatie, zegt het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP).
Zo is 14,3 procent van de mensen met een niet-westerse migratieachtergrond met een flexibel dienstverband werkzaam in een krimpsector, tegen 4,6 procent van de mensen die geen migratieachtergrond hebben. Migranten uit Oost-Europa vormen een specifieke risicogroep, stelt het SCP.
Het SCP adviseert de onzekerheden rond werk op de Nederlandse arbeidsmarkt te verkleinen en sterker in te zetten op beleid dat voorkomt dat kwetsbare groepen structureel in een risicovolle positie belanden. Regionaal beleid is van belang, zegt het onderzoeksinstituut, omdat de sterkst getroffen sectoren zich vooral buiten de Randstad bevinden waardoor juist daar de meeste banen verdwijnen.
Omscholing kan een rol spelen, al voorzien de onderzoekers daar ook juist problemen. Organisaties die in crisistijd moeten zien te overleven, zouden minder geneigd zijn om te investeren in omscholing van boventallig personeel. Het SCP oppert dat het kabinet omscholing koppelt aan steunmaatregelen.
(Bron en volledig artikel AD)