Ondanks een recente uitspraak van de hoogste rechter, krijgen familieleden die betaalde zorg verlenen aan een zieke ouder of kind geen uitkering als de zieke overlijdt. Terwijl de zorgverlener dan meteen zonder werk en inkomen zit. Dat blijkt uit onderzoek van Nieuwsuur. Een schrijnende, hardvochtige en onmenselijke situatie, zeggen deskundigen en betrokkenen.
Eind maart ging bij veel zorgverleners – die zorgen voor ernstig zieke mensen en die betaald krijgen via een persoonsgebonden budget – de vlag nog uit. De Centrale Raad van Beroep (CRvB), de hoogste bestuursrechter op het gebied van sociale zekerheid, deed een belangrijke uitspraak: zorgverleners betaald uit een pgb, die uitgesloten waren van een werkloosheids-, ziektewet- en arbeidsongeschiktheidsuitkering, hebben toch recht op ww als ze werkloos raken. Ook als er geen ww-premie is afgedragen.
Drie maanden later blijkt dat uitkeringsinstantie UWV die uitspraak beperkt interpreteert. Daardoor zitten naar schatting zo’n 80.000 zorgverleners die een ernstig ziek familielid verzorgen nog altijd zonder sociaal vangnet.
Per Saldo, belangenvereniging voor PGB-budgethouders reageert als volgt:
“Wij vinden de uitspraak van de CRvB een grote stap in de juiste richting. Nu moet er ook iets voor de familie-zorgverleners geregeld worden. Iedereen die werkt heeft recht op een sociaal vangnet. Zorgverleners die werken voor naasten met een pgb spelen een essentiële rol in het zorglandschap. Zij bieden waardevolle ondersteuning en zorgen ervoor dat mensen in hun eigen vertrouwde omgeving kunnen blijven. Het ontbreken van een sociaal vangnet voor deze zorgverleners veroorzaakt soms schrijnende situaties. Dat moet anders.
Eerder werkten wij al mee aan een onderzoek naar de bestaanszekerheid van ouders met een kind die pgb-zorg vanuit de Zvw krijgen. Uit het onderzoek bleek dat het belangrijk is om een vangnet te regelen voor ouders die zelf intensieve zorg geven aan hun kind. Dit geldt niet alleen voor zorgverleners in de Zvw, maar ook voor de overige zorgwetten (Wlz/Wmo/Jeugdwet). Lees hier het rapport.
Wij strijden al jaren voor:
- Betere informatievoorziening. Zij worden vooraf niet voldoende geïnformeerd over alle haken en ogen en de risico’s die zij nemen. Het is van groot belang dat de verstrekker het gesprek met hen aangaat hierover.
- Een overbruggingsperiode. Wij stellen een overbruggingsperiode voor van ongeveer 6 maanden, waarin deze zorgverleners worden doorbetaald vanuit een sociale voorziening (vergelijkbaar met een ww).
- Begeleiding bij de herintegratie. Aan het eind van de overbruggingsperiode moeten de zorgverleners begeleiding krijgen bij herintegratie op de arbeidsmarkt. Zij hebben soms jarenlang gezorgd en kunnen niet altijd zomaar weer aan de slag in hun oude sector. Wel hebben zij in die jaren veel andere vaardigheden opgedaan. Het zou voor deze zorgverleners en voor de maatschappij veel opleveren als er samen naar de mogelijkheden zou worden gekeken.”