De SFK vergeleek het aantal eerste uitgiftes per geneesmiddelgroep (ATC3–niveau) in de periode april tot en met september van dit jaar met dezelfde periode in 2019. Het onderzoek beperkte zich tot receptplichtige geneesmiddelen uit het basispakket die veel worden gebruikt (gemiddeld tweeduizend eerste uitgiftes per maand per groep), en waarbij het aantal eerste uitgiftes in januari nog ongeveer gelijk was aan een jaar eerder.
Van de geneesmiddelgroepen die aan de criteria voldoen toont 90% een afname. Behalve de COVID-19-pandemie kunnen ook gewijzigde richtlijnen of verminderde beschikbaarheid van middelen een rol spelen bij de terugloop in eerste uitgiftes.
De groep hoestprikkeldempende middelen toont, na een kleine piek in maart, de grootste afname in eerste uitgiftes, gemiddeld ruim 60%. Verder zijn grote dalingen te zien bij antibiotica, die maar liefst vier plekken in de top 10 innemen. Mogelijk leidden de hygiënemaatregelen en minder sociale contacten ook tot minder (luchtweg)infecties, of bezochten mensen met deze klachten minder snel een arts. Ook de eerste uitgiftes van middelen voor chronische luchtwegaandoeningen piekten aanvankelijk in maart. Daarna lag het aantal eerste uitgiftes vanaf april gemiddeld een derde lager dan een jaar eerder.
Bij de geneesmiddelgroepen op plek twee tot en met vier was de afname in eerste uitgiftes extra groot door hoge aantallen eerste uitgiftes in deze periode in 2019. Dat hoge aantal kwam door een verminderde beschikbaarheid van diverse geneesmiddelen, waardoor bestaande gebruikers noodgedwongen moesten overstappen naar een middel met een andere werkzame stof. Een dergelijke overstap telt ook als eerste uitgifte. Echter, de groepen laten ook ten opzichte van dezelfde periode in 2017 en 2018 een duidelijke afname zien.
(Bron en volledig artikel Stichting Farmaceutische Kengetallen)