(C)PTSS

Iedereen maakt moeilijke dingen mee. Maar soms zijn de ervaringen die je meemaakte zo heftig, dat ze jouw leven beheersen. Traumatische ervaringen kunnen bijvoorbeeld zorgen voor slaapproblemen, prikkelbaarheid en woede-uitbarstingen. Je kunt moeite hebben met het omgaan met emoties. Of het opbouwen en onderhouden van relaties wil maar niet lukken. Na een ingrijpende gebeurtenis kunnen psychische problemen ontstaan. Dit kan bijvoorbeeld een posttraumatische stressstoornis (PTSS) zijn.

Als je last hebt van deze klachten, kan het fijn zijn om steun te zoeken bij iemand die je vertrouwt. Daarnaast heb je waarschijnlijk behandeling nodig, om grip te krijgen op je trauma’s. Tijdens een behandeling proberen we samen in kaart te brengen welke trauma’s zorgen voor je klachten. Met een traumagerichte behandeling proberen we je psychische problemen te verminderen. Zo krijg je je dagelijks leven weer onder controle.

Wat is een posttraumatische stressstoornis?

Bij een posttraumatische stressstoornis (PTSS) heb je een schokkende of traumatische ervaring meegemaakt die steeds op een indringende manier terug blijft komen in jouw gedachten of dromen. Je probeert alles om deze gedachten uit de weg te gaan. Je ontwijkt bijvoorbeeld de mensen die met de schokkende ervaring hadden te maken of de plek waar het gebeurd is. Ook kan een gebeurtenis uit je verleden plotseling voor een hoop klachten zorgen. Dit geldt vaak voor slachtoffers van incest, oorlog, vervolging of marteling.

Hoe herken je een posttraumatische stressstoornis?

Er zijn verschillende symptomen die horen bij PTSS. Je kunt denken aan:

  • concentratieproblemen
  • woede-uitbarstingen
  • slaapproblemen, bijvoorbeeld nachtmerries
  • minderwaardigheidsgevoelens en negatief zelfbeeld
  • verhoogde waakzaamheid
  • herbelevingen
  • lichamelijke klachten die samenhangen met stress

Wat is de oorzaak van een posttraumatische stressstoornis?

Een posttraumatische stressstoornis (PTSS) ontstaat door een gebeurtenis die psychisch een diepe wond (trauma) heeft achtergelaten. Dit veroorzaakt zoveel stress dat het dagelijks leven ernstig wordt ontregeld. We spreken van PTSS als de lichamelijke en geestelijke klachten niet binnen drie maanden na het trauma verdwijnen. De gebeurtenis heeft, soms onbewust, een blijvende wond veroorzaakt en de klachten die je hebt, staan het dagelijks functioneren in de weg. Soms krijg je pas na maanden of jaren last van de gevolgen van een traumatische ervaring.

Complex trauma

Bepaalde gebeurtenissen kunnen diep ingrijpen in uw leven. Wanneer je meerdere traumatische ervaringen hebt gehad, dan kan er sprake zijn van een complex trauma, complexe PTSS (CPTSS) genoemd.

Bij (complexe) PTSS heb je vaak moeite met het omgaan met emoties en problemen bij het opbouwen en onderhouden van relaties. Herinneringen aan een schokkende gebeurtenis blijven zich opdringen, bijvoorbeeld door angstwekkende herinneringsbeelden en nachtmerries. (Complexe) PTSS kan ervoor zorgen dat je last hebt van slaapproblemen, prikkelbaarheid, woede-uitbarstingen, concentratieproblemen, voortdurende waakzaamheid en schrikreacties. De psychische problemen gaan vaak gepaard met lichamelijk klachten die verband houden met stress.

Wat zijn de symptomen na een complex trauma?

Bij (complexe) PTSS is er vaak sprake van:

  • negatief zelfbeeld
  • moeite hebben met het reguleren van je emoties
  • moeite met het vertrouwen van andere mensen
  • dissociaties

Bij (complexe) PTSS kan er naast de PTSS-klachten ook sprake zijn van andere psychische problemen. Het kan dan gaan om een persoonlijkheidsstoornis zoals een borderline persoonlijkheidsstoornis, maar ook een dissociatieve stoornis, psychotische stoornis of problemen zoals zelfbeschadiging of verslaving.

Wat is de oorzaak van complexe PTSS?

Een (complexe) PTSS ontstaat doordat je vroeg in je leven ernstige traumatische ervaringen hebt meegemaakt, zoals seksueel misbruik, mishandeling of verwaarlozing. Hierdoor heeft jouw persoonlijkheidsontwikkeling ernstige schade opgelopen. Niet iedereen die geconfronteerd wordt met ernstige langdurige trauma’s ontwikkelt een complexe PTSS. Of je extra risico loopt heeft te maken met jouw kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van een psychisch probleem.
Deze kwetsbaarheid is voor een deel erfelijk bepaald, maar hangt ook af van sociale en psychische factoren. Zo speelt ook de manier waarop je in jouw jeugd een band hebt opgebouwd met jouw ouders een rol. Wanneer dit op een veilige en stabiele manier is gebeurd, verkleint dit de kans op het ontwikkelen van een complex trauma.

CPTSS is een ernstigere vorm van PTSS en wordt daar vaak mee verward, maar kent een aparte diagnose in de ICD-11. Het onderscheid tussen CPTSS en PTSS zit in de complexiteit en veelvoud aan symptomen en de duur van de traumatische ervaringen. De (internationaal) aanbevolen behandeling is dan ook anders, met name vanwege de speciale aandacht voor het borgen van de veiligheid van de cliënt.

Voorbeelden van dergelijke ervaringen met een langdurig karakter zijn mishandeling in de jeugd of in een partnerrelatie op volwassen leeftijd. Deze mishandeling kan fysiek of seksueel, maar ook emotioneel of psychisch van aard zijn. Andere traumatische ervaringen zonder misbruik kunnen ook CPTSS veroorzaken, zoals het ervaren van extreme armoede, oorlog of andere ontwrichtende situaties met een langdurig karakter.

CPTSS wordt de laatste jaren vaak in verband gebracht met personen die te maken hebben (gehad) met een narcistische ouder of partner, waarbij de eigen behoeftes en identiteit noodgedwongen weggecijferd werden. Hierbij speelt met name psychische mishandeling een rol.

Bij CPTSS kunnen de symptomen van PTSS ook voorkomen, zoals herbelevingennachtmerries en angstreacties op ongepaste momenten. Daarnaast kan er sprake zijn van de volgende symptomen:

  • Een negatief zelfbeeld
  • Overmatige gevoelens van schaamte en schuld
  • Verstoord gevoel van veiligheid (onveilig voelt veilig en andersom)
  • Hechtingsproblemen (onveilige of ‘gedesorganiseerde’ hechtingsstijl)
  • Aanhoudende fysieke klachten (door stress)
  • Moeite met het herkennen, toelaten of reguleren van eigen emoties
  • Terugkerende depressies
  • Verhoogd risico op ongelijkwaardige relatie met iemand met narcistische eigenschappen
  • Dissociatie
  • Moeite met vertrouwen van zichzelf en anderen
  • Verhoogd risico op automutilatie of misbruik van drank of drugs (copingmechanismen)
  • Verhoogd risico op vroegtijdige dood (door zelfmoord of impact van aanhoudende stress op de gezondheid)
  • Veranderingen in identiteit en persoonlijkheid

Mensen met CPTSS hebben soms ook een complexe verhouding met de veroorzaker van het trauma. Wanneer er sprake was van mishandeling in de jeugd, kan het (innerlijke) kind toch gehecht zijn aan de mishandelaar. De persoon in kwestie was niet altijd enkel bedreigend, maar wellicht ook liefdevol op andere momenten. Deze verwarring bij een kind kan op volwassen leeftijd een mens kwetsbaarder maken voor nieuwe mishandeling.Dit kan enerzijds komen door een aangeleerd schuldgevoel bij de mishandelde (door projectie of gaslighting). Anderzijds  kan dit komen door de diepgewortelde en vaak onbewuste wens om de mishandelaar uit de jeugd te ‘veranderen’ of tot inzicht te laten komen.  Dit laatste fenomeen kan zich uiten in een traumaband of codependentie en het aangaan en behouden van ongezonde relaties.

Behandeling

CPTSS is nog niet opgenomen in de DSM, maar wel in de ICD-11. Het vinden van de juiste hulp binnen de GGZ is hierdoor vaak nog lastig (omdat het instituut zich baseert op de DSM). Dat geldt niet voor de gehele geestelijke gezondheidszorg, enkel voor de GGZ.

Psychiater en hoogleraar aan de universiteit van Harvard, Judith Herman, is de eerste persoon die de term CPTSS opperde voor de gevolgen van langdurig trauma. Zij stelt in haar boek ‘Trauma & Recovery’ voor dat behandeling ervan in drie fases dient te verlopen:

1. Het creëren en borgen van een veilige leefomgeving.

Hiermee doelt Herman op het evalueren van de leefomgeving van de persoon in kwestie. Is er sprake van aanhoudende (psychische, emotionele, seksuele of fysieke) mishandeling? Dan heeft het in veiligheid brengen van de persoon voorrang op de rest van de behandeling, omdat herstellen in een onveilige situatie vrijwel onmogelijk is.

De eerste fase is vaak ook de lastigste, omdat de persoon zelf niet altijd in staat is te benoemen of er sprake is van actuele mishandeling. Ook kan er sprake zijn van een traumaband. Gevoelens van schaamte, aangeleerd schuldgevoel (door projectie of gaslighting), hechting en angst (voor de gevolgen van het verlaten van het opgebouwde leven of angst voor de mishandelende persoon zelf) bemoeilijken het vinden van een veilige basis. Het is daarom noodzakelijk dat de behandelaar de cliënt informeert over de diagnose, kenmerken en vormen van mishandeling en waar nodig aanvullende hulplijnen aanbiedt.

Naast het evalueren en eventueel aanpassen van de leefomgeving, staat ook het opbouwen van een goede vertrouwensband met de behandelaar en het herkennen van veilige personen uit de omgeving centraal in deze fase. Herman beschouwt fase 1 als de belangrijkste fase binnen de behandeling van CPTSS. Zij stelt dat een verkeerde aanpak of volgorde zelfs schadelijk kan zijn voor de persoon met CPTSS.

In Nederland is behandeling met name gericht op PTSS, waardoor deze fase vaak over wordt geslagen. Zie ook ‘onderzoek naar behandeling’.

2. Herinneren en rouwverwerking.

In deze tweede fase worden de herinneringen aan de traumatische gebeurtenissen besproken. Dit kan door middel van schematherapie. Het toelaten van de emoties en verwerking van gevoelens van rouw (om gevoelens van verloren jeugd bijvoorbeeld) vormen de kern. Hierbij kunnen aanvullende therapieën als cognitieve gedragstherapie en EMDR ondersteuning bieden.

3. Connectie maken met het eigen leven en omgeving.

Pas in de laatste fase kan er aandacht worden besteed aan het werken aan de relatie tussen de persoon met CPTSS en diens eigen leven en omgeving. Het leren vertrouwen op zichzelf en anderen. Hierbij zijn cognitieve gedragstherapie en schematherapie geschikte vormen van behandeling.

Onderzoek naar behandeling

Ook andere studies hebben tot noch toe uitgewezen dat een behandeling allereerst dient te starten met de focus op (emotionele, psychische en fysieke) veiligheid in combinatie met psycho-educatie van de cliënt en dat een multidisciplinaire aanpak nodig is voor goede resultaten. In Nederland is er echter nog wel onenigheid over de noodzaak van het doorlopen van de eerste fase. Het is van belang hierbij op te merken dat in deze discussie voorbij wordt gegaan aan de essentie van de eerste fase: de focus in de tegenargumentatie ligt hierin op ‘emotionele stabilisatie’, in plaats van op de stabilisatie van de psychische, emotionele en fysieke veiligheid vanuit de omgeving. De eerste fase wordt hiermee anders (nauwer) geïnterpreteerd dan hoe Herman het zelf adviseert richting behandelaars en hoe het internationaal door wetenschappers gezien wordt.

(Bron en meer informatie: Dimence.nl en Wikipedia (ad CPTSS)

 

Dit vind je misschien ook leuk...

1 reactie

  1. Ronald schreef:

    Goed te lezen, ben man55 en heeft C-Ptts als kind en volwassene erg gepest. Vaak pijn uitval en ellende

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *