Aneurysma Aorta Abdominalis (AAA)

Een aneurysma is een plaatselijke verwijding van een slagader. Deze verwijding ontstaat door verzwakking van de wand van een bloedvat. Een aneurysma ontstaat ongemerkt en groeit normaal gesproken geleidelijk. Meestal veroorzaakt het geen ernstige klachten en wordt het bij toeval ontdekt. Een aneurysma kan in elke slagader in het lichaam voorkomen, maar het vaakst in de grote lichaamsslagader (de aorta). Op de plaats van de verwijding is de vaatwand uitgerekt en dunner geworden. In de verzwakte vaatwand kan een scheur ontstaan met als gevolg een bloeding.

Hoe groter het aneurysma, hoe groter de kans op scheuren. Daarnaast is in een aneurysma de bloedstroom verstoord: het bloed wervelt in de plaatselijke verwijding. Daardoor vormt zich in het aneurysma een bloedstolsel. Een enkele keer kan een stukje van dit stolsel (embolie) losraken en meegevoerd worden naar een kleiner bloedvat verder stroomafwaarts. Dit kleinere bloedvat kan dan plotseling door dit stolsel worden afgesloten. Hierdoor krijgt het lichaamsdeel of orgaan, dat van dit bloedvat afhankelijk is, geen of onvoldoende bloed.

Het ontstaan van een aneurysma

Een aneurysma ontstaat als gevolg van slagaderverkalking (atherosclerose). Bekende risicofactoren voor slagaderverkalking zijn roken, hypertensie (hoge bloeddruk), diabetes mellitus (suikerziekte) en hypercholesterolemie (te hoog cholesterolgehalte van het bloed). Het feit dat vooral oudere mannen te maken krijgen met een aneurysma komt omdat deze factoren bij hen meer voorkomen. Maar atherosclerose is niet de enige oorzaak. Ook andere factoren spelen waarschijnlijk een rol bij het ontstaan van een aneurysma. Erfelijk bepaalde stoornissen in de opbouw en stevigheid van de vaatwand kunnen bijvoorbeeld leiden tot het ontstaan van een aneurysma op jongere leeftijd. Daarnaast hebben mensen bij wie aneurysmata in de familie (bij ouders, broers en zussen) voorkomen een verhoogde kans op het ontwikkelen van een aneurysma.

Aneurysma van de aorta abdominalis

Een verwijding van de buikslagader wordt in medische termen een ‘Aneurysma Aorta Abdominalis’ (kortweg AAA) genoemd. De normale aorta heeft in de buik een doorsnede van ongeveer twee centimeter. Is de doorsnede meer dan drie centimeter, dan spreken we van een aneurysma. De snelheid waarmee een aneurysma groeit, kan verschillend zijn maar is gemiddeld 2 tot 3 millimeter per jaar.

Soms kan in de wand van het aneurysma een scheur (ruptuur) ontstaan, met als gevolg een levensbedreigende bloeding. Hoe groter het aneurysma, des te groter het risico van een ruptuur. De kans op een ruptuur is zeer klein (minder dan 2% per jaar) bij een aneurysma kleiner dan vijf centimeter. Bij een aneurysma van zes centimeter is de kans op scheuren circa 10% per jaar. Ook roken en een hoge bloeddruk hebben invloed op de groeisnelheid en verhogen het risico op een ruptuur. De keuze om tot een operatie over te gaan, wordt altijd met u besproken en hangt van meerdere factoren af, zoals andere ziekten en operatierisico’s.

Klachten

Een aneurysma van de aorta abdominalis (AAA) geeft in principe geen klachten. Meestal wordt een aneurysma dan ook bij toeval ontdekt wanneer om andere redenen een onderzoek plaatsvindt. Zo kan bij lichamelijk onderzoek van de buik boven de navel een kloppende zwelling gevoeld worden. Maar meestal komt een aneurysma aan het licht bij een echografie of ander radiologisch onderzoek van de buik. Een enkele keer veroorzaakt het aneurysma van de aorta abdominalis buik- of rugklachten. Dit kan betekenen dat het aneurysma dreigt te scheuren (dreigende ruptuur).

Een ruptuur veroorzaakt heftige buik- en/of rugpijn, een grote kloppende zwelling in de buik en een lage bloeddruk door de bloeding. De helft van de patiënten met een ruptuur van een aneurysma overlijdt voor zij het ziekenhuis bereikt heeft. Van de patiënten die wel in het ziekenhuis komen en een spoedoperatie ondergaan overlijdt ongeveer de helft. Een individuele risicovoorspelling voor een ruptuur is niet mogelijk. Veel mensen hebben een aneurysma zonder dat zij daar ooit in hun leven problemen mee krijgen.

Onderzoek van het aneurysma

Een echografie is een uitstekend onderzoek om een aneurysma op te sporen, de grootte te bepalen en de groei te volgen. Dit  onderzoek is niet belastend, pijnlijk of schadelijk. Wordt een operatie overwogen voor een aneurysma van de aorta abdominalis, dan zal een vaat-CT-scan van de buik gemaakt worden. Hiermee wordt een nauwkeurige afbeelding van het aneurysma verkregen. Dit is van belang om voor u de meest geschikte behandeling te bepalen.

De behandeling van risicofactoren

Het goed behandelen van risicofactoren voor hart- en vaatziekten is belangrijk bij iedere patiënt met een aneurysma. Hierbij zijn vooral stoppen met roken, behandeling van een te hoge bloeddruk en verlaging van een te hoog cholesterol van groot belang.

De operatiemogelijkheden

Meestal (in circa 80% van de gevallen) is het mogelijk om via een kleine operatie in de lies een kunststof vaatprothese (endoprothese) in opgevouwen toestand via de liesslagader tot in de buikslagader op te schuiven. Daar wordt de endoprothese uitgevouwen. Deze endoprothese verstevigt dan de uitgerekte bloedvatwand van binnenuit. Deze methode staat bekend als de Endo Vascular Aneurysm Repair of EVAR procedure. Als EVAR niet mogelijk is, kan door middel van een buikoperatie het verwijde gedeelte van het bloedvat vervangen worden door een kunststof bloedvat (buis- of broekvormige vaatprothese). Voor deze operatie wordt de buik van maagkuiltje tot schaambeen opengemaakt. In een enkel geval wordt gekozen voor een operatie via de zijkant / de flank. De lange termijn resultaten van de EVAR procedure en de open buikoperatie zijn vergelijkbaar en de keus is afhankelijk van de anatomie van het aneurysma en van de patient.

Ook bij een noodzakelijke spoedoperatie in het geval van een scheur van een aneurysma, zijn beide behandelingen, mits technisch uitvoerbaar, mogelijk.

Mogelijke complicaties van een operatie

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zowel bij de EVAR als bij de open buikoperatie is er een kans op complicaties zoals een wondinfectie, longontsteking, trombose of longembolie en een hartinfarct. Daarnaast kunnen een nabloeding en een afsluiting van de vaatprothese of beenvaten door bloedstolsels voorkomen, die een nieuwe operatie noodzakelijk maken. Hieronder volgen nog specifieke complicaties die passen bij operatie van een aneurysma:

  • Bij de EVAR is het mogelijk dat de endoprothese niet goed komt te liggen met kans op afsluiting van bijvoorbeeld een nierslagader of bekkenslagader. In een heel uitzonderlijk geval moet er tijdens de ingreep alsnog worden besloten tot een open buikoperatie.
  • Bij de EVAR kan sprake zijn van lekkage langs de bovenste of onderste aansluiting van de vaatprothese, zodat er toch nog bloed in het aneurysma stroomt. Deze lekkage verdwijnt meestal vanzelf, maar een enkele keer is aanvullende behandeling nodig.
  • Door falen van het hechtsluitsysteem kan een bloeduitstorting ontstaan met  bloeddoorstroming (vals aneurysma) ter plaatse van de lies. In dat geval is een heroperatie nodig.
  • Bij de EVAR en bij de buikoperatie is een klein risico op het ontstaan van een infectie van de vaatprothese.
  • De buikoperatie is in het algemeen een grotere belasting voor het hart, zodat de kans op een hartinfarct met eventueel overlijden groter is dan bij EVAR.
  • Bij mannen kunnen na een buikoperatie erectieproblemen ontstaan of de zaadlozing kan wegblijven. Dit kan tijdelijk zijn, maar is meestal blijvend van aard.
  • Er kan een tekort ontstaan in de doorbloeding van een deel van de darmen. Daardoor kan een nieuwe operatie noodzakelijk zijn waarbij het aangedane deel van de darm moet worden weggehaald en een (tijdelijk) stoma wordt aangelegd.

Uiteraard wordt er naar gestreefd de risico’s zo klein mogelijk te houden. Soms wordt u, als daar een indicatie voor is, voorafgaand aan de ingreep ook nog door een internist, cardioloog of longarts onderzocht.

Na een EVAR blijft er ondanks de aanwezigheid van de endoprothese altijd een zeer klein risico bestaan op alsnog scheuren van het aneurysma. Ook bestaat er een kans op afsluiting van de bloedvaten naar de benen door bijvoorbeeld het op termijn knikken en daardoor afsluiten van de EVAR stent. Daarom blijft poliklinische controle noodzakelijk.

Na een open operatie kan er door voortschrijdende ziekte van de vaatwand een verwijding optreden aan weerszijde van de vaatprothese met een risico op een scheur. Daarom is (meestal vijfjaarlijks) poliklinische controle noodzakelijk.

(Bron en meer informatie: Diakonessenhuis)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *