Nu duizenden operaties zijn uitgesteld, worstelen chirurgen met de vraag in welke volgorde zij hun patiënten moeten opereren. Gezondheidswetenschappers ontwikkelen rekenmodellen die hen moeten helpen. ‘Dit geeft ook na de crisis veel inzicht in wat nu daadwerkelijk zinnige zorg is.’
Stel: er is een patiënt met een kapotte knie. Vergaat van de pijn, wandelen met de hond – zijn grootste hobby – zit er niet meer in, zijn sociale leven verpietert. Eindelijk is hij aan de beurt voor een operatie, tot hij een paar dagen voor de geplande datum een telefoontje krijgt van de chirurg. Sorry, door het coronavirus moeten we de operatie voor onbepaalde tijd uitstellen.
En stel: er is een andere patiënt met de ziekte van Crohn. Ze heeft hevige pijnen aan haar darmen, eten is een verzoeking, naar het toilet gaan ook. Na veel wikken en wegen besluit ze een operatie te ondergaan om een permanente stoma aan te laten leggen. Ook zij krijgt een belletje van de chirurg.
Wie gaat er nu voor?
Het zijn dit soort dilemma’s waar artsen en chirurgen in het hele land mee worstelen. Honderdduizenden zorgafspraken zijn niet doorgegaan de afgelopen maanden, vele duizenden operaties zijn uitgesteld. Nog altijd draaien de ziekenhuizen niet op volle kracht. Er is, kortom, een stuwmeer aan zorg. Met als bijbehorende vraag: hoe laat je dat stuwmeer op een verstandige manier leeglopen?
De keuzen die we nu maken bij het inplannen van operaties zijn relatief eenvoudig, zegt Jelle Ruurda, chirurg in het UMC Utrecht en voorzitter van de zorgevaluatiecommissie van de Federatie Medisch Specialisten. ‘We beginnen met de levensbedreigende aandoeningen, die moeten meteen. Dan: wat moet binnen een week? Bijvoorbeeld de bypassoperaties. Vervolgens komen we bij ‘uitgesteld levensbedreigend’, zoals alle oncologische operaties. Laat je de tumoren zitten, gaan de mensen er ook aan dood. Als laatste kom je bij de ingrepen die alleen voor de kwaliteit van leven nuttig zijn.’
(Bron en volledig artikel Volkskrant)