“Ik ben Thalita en ben 45 jaar. Op mijn 36e, in 2008, werd de diagnose baarmoederhalskanker gesteld. Op 5 januari 2009 ging ik het traject in en begonnen mijn bestralingen en chemokuren. Mijn hele leven stond op zijn kop en werd compleet anders. Een operatie zat er niet in, omdat de tumor te groot was. Deze was 4 bij 6 cm. Zo werd begonnen met de eerste bestraling en de eerste chemokuur.
Wat was ik bang voor de chemo. Voor mij was het alleen bekend uit films en daar zag je meteen iedereen ziek worden en overgeven. Tot mijn verbazing bleef dit uit en merkte ik niet veel van de eerste chemo. 35 Uitwendige bestralingen, 3 inwendige bestralingen (Brachytherapie) en 5 chemokuren later dacht ik er toch wel anders over. Wat voelde ik mij ellendig en wat een zware tijd. Vooral de bijwerkingen en de pijn vond ik verschrikkelijk. Maar desondanks heb ik alles met een lach ondergaan.
Ik heb er geen moment aan getwijfeld dat ik deze strijd zou gaan winnen. En dat deed ik. Alles nam ik voor lief, want ik was schoon.
Echter hebben de behandelingen hun sporen nagelaten. Mijn darmen zijn zwaar beschadigd, want de bestralingen en de Brachytherapie zijn heftig. Mijn linkernier functioneert niet meer. Ik heb verklevingen en littekenweefsel in mijn buik, wat resulteert in zenuwpijn die uitstraalt naar mijn benen. Mijn rechtervoet was na de eerste chemo al scheef gaan staan. Mijn botten zijn aangetast en ik heb botontkalking. In feite alles aan de linkerkant.
In het begin dachten mijn oncologen dat het nog weg zou trekken, maar na een jaar zeiden ze dat het alleen maar erger zou worden.
Maar ik had niet voor niks gevochten en ondanks alle pijn en bijwerkingen ben ik dankbaar en zou ik zo alles overnieuw doen, want ik leef nog !
Versleten heup
Nu, in 2017, kan ik amper lopen en zit ik in een rolstoel. Mijn linkerheup is zo erg aangetast dat deze vervangen zou moeten worden. Helaas kan dat bij mij niet want dat gebied is zo aangetast en verkleefd dat het een gevaar is. Mijn bloedvaten aan die kant functioneren niet goed en een bloedvat in mijn been is dicht. Ook in mijn linkerlies is de doorbloeding niet goed. Dus helaas moet ik het doen met mijn versleten heup, waardoor mijn linkerbeen nu 5 cm korter is dan het rechter. Mijn linkerbeen verzuurt zo erg, dat ik nog geen twee stappen kan zetten. Maar zoals ik altijd zeg, ik mag niet klagen, ik leef nog !
Wel vind ik het erg, dat ik totaal geen sociale contacten heb. Ook ben ik veel moe, de pijn vreet energie helaas. Mijn moeder is mijn mantelzorgster en woont gelukkig 2 minuten bij me vandaan. Ik zou niet weten wat ik zonder haar zou moeten.
Slapen is een hel, mijn bed ligt volgestouwd met kussens. Eén kussen moet onder mijn been, een andere aan de zijkant, mijn hoofdkussen moet opgehoogd worden en als ik ’s nachts wil omdraaien is het een hele verbouwing. In feite zou ik een bed met elektrisch verstelbare bodem moeten hebben, maar dat is niet te betalen voor mij.
Het is niet anders, je moet roeien met de riemen die je hebt. Gelukkig ben ik positief ingesteld, maar natuurlijk heb ik ook wel eens een baaldag. Maar ik heb niet gevochten voor mijn leven, om daarna in het negatieve te gaan leven, want dan héb ik geen leven. Al met al, ben ik blij dat ik leef, daar heb ik het voor gedaan en dat heb ik maar mooi cadeau gekregen.”