Patiënten met de ziekte van Crohn kunnen vaak toe met minder medicatie

Een deel van de patiënten met de ziekte van Crohn kan onder begeleiding van een arts veilig de medicatie verminderen. Dat blijkt uit een studie van het Erasmus MC en Radboudumc. Het medicijn adalimumab, dat darmontstekingen bij patiënten met de ziekte van Crohn remt, blijft vrijwel net zo goed werken als patiënten het minder vaak nemen. De resultaten van de studie zijn gepubliceerd in The Lancet Gastroenterology.  

Patiënten met de ziekte van Crohn hebben chronische ontstekingen in hun darm. Bij de meeste mensen zijn de dunne darm, de dikke darm of beide gedeeltes ontstoken. Bij patiënten met deze ziekte wisselen opvlammingen en rustige periodes elkaar af. Alhoewel er goede behandelingen zijn is er nog geen genezing mogelijk.

Als medicijn wordt al langer gebruik gemaakt van adalimumab. Dit medicijn remt het ontstekingseiwit tumor necrosis factor (TNF), dat een belangrijke rol speelt bij het in stand houden van ontstekingen in de darm. Door adalimumab nemen de darmontstekingen af. Patiënten hebben dan minder klachten, zoals diarree, buikpijn of moeheid.

Patiënten krijgen nu meestal om de twee weken 40 mg adalimumab geïnjecteerd. Bij deze gangbare dosis blijven opvlammingen van de ontstekingen weg bij 85 tot 90 procent van de patiënten. Als ze stoppen met deze medicatie krijgt minstens de helft weer een opvlamming. Tot nu toe was niet bekend wat er zou gebeuren als patiënten minder van het medicijn zouden nemen.

‘Toch is het voor een deel van de patiënten wenselijk om de medicatie te verminderen’, zeggen onderzoeksleiders Janneke van der Woude van het Erasmus MC en Frank Hoentjen van het Radboudumc. ‘Bijvoorbeeld omdat ze last hebben van de bijwerkingen, of het lastig vinden om de injecties mee te nemen op vakantie. Ook kunnen bepaalde vormen van vaccinatie niet in combinatie met adalimumab worden gegeven. Patiënten willen daarom weten of ze veilig kunnen minderen met het medicijn.’

Bij het merendeel van de patiënten die gedurende het onderzoek om de vier weken (in plaats van om de twee) 40 mg adalimumab kregen, bleef de ziekte onder controle. Van der Woude: ‘De ontstekingen vlamden slechts bij een klein deel van patiënten vaker op dan bij de gangbare toediening. Sommige patiënten kregen iets meer klachten, maar die bleken ook snel weer onder controle. Patiënten kunnen dus overwegen om de tijd tussen de doses op te rekken, mits goed begeleid door hun eigen arts.’ Aan de studie deden 174 patiënten mee die al geruime tijd voor de start van het onderzoek een stabiele ziekteactiviteit hadden.

‘Het onderzoek laat zien dat minder vaak spuiten voordelen heeft. Zo hebben patiënten die afbouwen minder vaak infecties, mogelijk omdat hun immuunsysteem minder wordt onderdrukt. Ze hebben ook minder pijn op de plek van inspuiten. Ook het psychische aspect is heel belangrijk. Vaker spuiten herinnert patiënten vaker aan hun ziekte’, zegt Hoentjen.

Het verminderen van het medicijn bespaart ook kosten, aldus Hoentjen. ‘Dat is belangrijk in een tijd waarin de zorgkosten snel stijgen.’ De onderzoekers gaan in een vervolgstudie exact berekenen hoeveel geld het kan opleveren als patiënten minder van het medicijn gebruiken.

De studie is een traject van bijna negen jaar geweest, waaraan twintig ziekenhuizen deelnamen. Van der Woude: ‘De patiënten die hebben meegedaan zijn allen begeleid door hun eigen arts. Dat maakt het onderzoek uniek. Omdat de studie in de praktijk is uitgevoerd, weten we ook dat de resultaten goed toepasbaar zijn in de klinische praktijk.’

(Bron en meer informatie: Radboud UMC)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *