Onderzoekers: hersens te grillig om depressie, schizofrenie of ADHD vast te stellen met fMRI-scan

Een forse tegenslag voor neurowetenschappers die in het brein zoeken naar bewijzen dat een patiënt depressief is, schizofrenie heeft of ADHD. Volgens onderzoekers van de Amerikaanse Duke University zijn fMRI-scans van hersenactiviteit te onbetrouwbaar om daar uitspraken over te doen. Niet omdat de scans niet deugen, maar omdat hersenactiviteit te grillig is.

Foto: Neurochirurgisch Centrum Zwolle

De onderzoekers van Duke doken in de data van 56 studies die zich baseren op fMRI-scans en zagen dat het brein van een bepaalde persoon telkens anders reageert op hetzelfde taakje of plaatje. ‘Het verband tussen de eerste scan en de tweede (vier maanden later) is heel zwak’, aldus onderzoeker Ahmad Hariri in een persbericht van Duke University.

Toen het in 1992 mogelijk werd met fMRI-techniek te kijken naar het brein in actie, keken wetenschappers vooral naar hoe het menselijk brein gemiddeld reageert op allerlei taakjes en plaatjes. Gaandeweg kwamen er steeds meer studies die met hersenscans iets beweren over het individu.

Zo zou het brein van pedofielen anders reageren op plaatjes van blote kinderen. Mensen met een depressie zouden een minder actieve hippocampus hebben. En met een angststoornis zou het brein anders reageren op bedreigende plaatjes. Maar als het brein zelden twee keer hetzelfde reageert is breinactiviteit dus een te grillige maat om er diagnoses mee te stellen.

(Bron en volledig artikel Volkskrant)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *