Een groep Duitse artsen ontdekte dat coronapatiënten een flinke kans lopen op een beschadigde hartspier. Nederlandse cardiologen reageren geschrokken: ‘Dit bewijst opnieuw dat het om een hele nare ziekte gaat die het hele lichaam kan aantasten.’
Tot nu leek het coronavirus vooral schade in de longen aan te richten, maar de gevolgen zouden weleens nog ernstiger kunnen zijn. Dat bleek toen Duitse artsen bij eenderde van een willekeurige groep herstelde coronapatiënten een beschadiging van de hartspier ontdekten. Extra zorgwekkend: de onderzochte patiënten waren relatief jong en de meesten hadden gewoon thuis uitgeziekt.
‘Dit is waar velen al bang voor waren’, reageert hoogleraar cardiologie Jan Piek (Amsterdam UMC). ‘We hebben ons gefocust op de longen maar zo’n ernstige infectie doet wel vaker meer organen aan. Dit percentage is alarmerend hoog. Wat voor toename aan hartklachten staat ons nog te wachten?’ Ook Rudolf de Boer, hoogleraar cardiologie in het UMC Groningen, maakt zich zorgen: ‘Dit bewijst opnieuw dat het om een hele nare ziekte gaat die het hele lichaam kan aantasten.’
De Duitse artsen, verbonden aan het academisch ziekenhuis in Frankfurt, deden een MRI-onderzoek van het hart bij honderd genezen coronapatiënten, gemiddeld tweeënhalve maand na de diagnose. De patiënten waren tussen de 45 en 53 jaar, tweederde van hen was niet in het ziekenhuis opgenomen geweest, slechts twee hadden op de ic aan de beademing gelegen. Bij zestig van de honderd patiënten werden tekenen van een ontsteking aangetroffen in het hartspierweefsel, schrijven de artsen in vakblad JAMA Cardiology, bij 32 patiënten was als gevolg daarvan littekenweefsel ontstaan, dat op MRI-beelden zichtbaar was.