Clusterhoofdpijn

Clusterhoofdpijn is een relatief zeldzame, zeer hevige hoofdpijn aan een kant van het gelaat. Door de heftigheid van de hoofdpijn heeft clusterhoofdpijn, de bijnaam “suicidal headache”. In de medische wereld wordt clusterhoofdpijn ook wel Hortonse neuralgie genoemd. Deze hoofdpijn treedt periodiek op, in clusters, welke kunnen variëren van enkele weken tot maanden. Buiten de clusters zijn er perioden zonder hoofdpijn. Soms is er sprake van chronische clusterhoofdpijn, dan zijn er geen perioden zonder hoofdpijn.

Deze aanvalsgewijze hoofdpijn komt voor in één zijde van het gelaat en is vaak achter of rondom het oog gesitueerd. Aanvallen kunnen 15 – 180 minuten duren en komen met name ’s nachts voor. Tijdens een clusterperiode kan een patiënt meerdere aanvallen per dag hebben. Voorafgaand aan een aanval, kan er sprake zijn van een onrustig gevoel, prikkelbaarheid en een dof gevoel in het hoofd.
Tijdens een aanval kan een patiënt slecht stil zitten; er is sprake van bewegingsdrang. Naast de scherpe, stekende pijn zijn er begeleidende autonome symptomen, dat wil zeggen symptomen die het gevolg zijn van ontregeling van het onwillekeurig zenuwstelsel. Dit kan zich uiten in een verstopte neus, een tranend oog, afhangend ooglid, verkleining van de pupil, zweten en zwelling van het ooglid aan de zijde van het gelaat waar de pijn zit. Daarnaast kunnen patiënten een draaierig gevoel hebben of zelfs flauw vallen tijdens een aanval.
Symptomen die samen met de clusterhoofdpijn voorkomen, zijn depressie en vermoeidheid, als gevolg van de heftige hoofdpijn, verminderde nachtrust, onbegrip uit de omgeving en onzekerheid over het ziektebeloop.

Oorzaken

De onderliggende oorzaak van clusterhoofdpijn is nog niet volledig duidelijk. Er zijn aanwijzingen dat bij clusterhoofdpijn de vijfde hersenzenuw en de hypothalamus betrokken zijn. De hypothalamus is een gebied in de hersenen, die het dag- en nacht ritme reguleert. Dit zou kunnen verklaren waarom patiënten met name ’s nachts clusteraanvallen hebben.
De bloedvaten verwijden tijdens rust en door vrijzetting van vaatverwijdende stoffen, waardoor de vijfde hersenzenuw wordt gestimuleerd en pijnklachten kunnen ontstaan.
Triggers voor het ontstaan van clusteraanvallen bij patiënten met clusterhoofdpijn zijn het gebruik van alcohol, histamine vrijzetting, vaatverwijders en een ontregeld slaappatroon.

Risicofactoren

Clusterhoofdpijn komt het meest voor in de leeftijd van 20-40 jaar en meer bij mannen dan bij vrouwen (5:1). Genetische factoren spelen een rol en is er dus meer risico op clusterhoofdpijn als het in de familie voorkomt. Daarnaast komt clusterhoofdpijn meer voor bij mensen die roken. Uit epidemiologisch onderzoek komt naar voren dat er een hogere incidentie van clusterhoofdpijn is, bij mensen die verder van de evenaar af wonen.

Diagnose

Omdat het een zeldzame aandoening is, hebben patiënten vaak al een lang traject van diverse onderzoeken en behandelingen achter de rug voor de diagnose clusterhoofdpijn wordt gesteld.
Over het algemeen wordt de diagnose clusterhoofdpijn gesteld op basis van de typische symptomen die met clusterhoofdpijn gepaard gaan. De arts zal u naar de soort pijn, patroon van aanvallen (duur en frequentie), locatie van de hoofdpijn en begeleidende symptomen vragen. Daarnaast zal er een neurologisch onderzoek gedaan worden om te beoordelen of er een vernauwing van de pupil of afhangend ooglid is, wat ook tussen de aanvallen door kan blijven bestaan.
Ook moet worden onderzocht of er geen andere oorzaken kunnen zijn die hoofdpijn kunnen geven en zal daarom vaak een CT-scan of een MRI verricht worden.

Behandeling

De behandeling van clusterhoofdpijn bestaat uit het voorkomen en verminderen van de frequentie van de pijnaanvallen en verlichten van symptomen bij pijnaanvallen. Deze behandeling wordt gestart zodra een clusterperiode begonnen is en kan nadien worden afgebouwd tot stop.

Preventie

  • Calcium kanaal blokkers, bijv verapamil: deze middelen zijn vaak de eerste keuze in het voorkomen van clusterhoofdpijn. Soms moet dit voor een langere periode gegeven worden. Bijwerkingen kunnen zijn: misselijkheid, een lage bloeddruk, darmverstopping, dikke enkels en moeheid.
  • Corticosteroïden: in sommige studies zijn er aanwijzingen dat corticosteroïden effectief zijn, echter het bewijs hiervoor is niet heel sterk. Zeker voor langere termijn gebruik is dit niet aangewezen, gezien het risico op suikerziekte, osteoporose, een hoge bloeddruk en spierverval.
  • Lithium: dit middel wordt voor manisch-depressieve stoornissen voorgeschreven, maar kan ook effectief zijn in de behandeling van clusterhoofdpijn en kan worden voorgeschreven als andere middelen niet werken. Bijwerkingen van lithium kunnen zijn dorstgevoel, diarree, trillen en nierschade.

Bij een aanval (symptomatisch)

  • Zuurstof: inademen van 100% zuurstof door een masker, zorgt in het grootste gedeelte van de patiënten binnen 15 minuten voor een vermindering van de symptomen. Hiervan zijn geen bijwerkingen beschreven.
  • Sumatriptan: dit geeft in ongeveer 70% van de patiënten binnen 15 minuten pijnvermindering. Sumatriptan wordt geïnjecteerd onder de huid door de patiënt zelf. Op de plaats van injectie kan dit een blauwe plek of irritatie van de huid geven. Bijwerkingen van dit middel zijn duizeligheid, sufheid, een warm gevoel en een drukkend gevoel op de borst

Interventioneel

Hiervoor kan gekozen worden als met preventieve en symptomatische behandeling onvoldoende effect wordt behaald of dat hiervan te veel bijwerkingen bestaan. Uw arts zal met uw bespreken of er een indicatie is voor een interventie.

  • Radiofrequente laesie van ganglion sphenopalatinum: deze wordt verricht aan het begin van een clusterperiode. In ongeveer 60% van de patiënten zal deze behandeling effectief zijn. Bij de chronische clusterhoofdpijn ligt dit percentage lager. Direct na deze interventie kunnen patiënten last hebben van een neusbloeding, een gezwollen wang en dubbel zien. Daarnaast kan er op de langere termijn een doof gevoel van het gehemelte, een infectie of droge ogen optreden.
  • Neurostimulatie van de n. occipitalis: dit wordt in sommige centra in studieverband verricht, omdat een aantal kleine studies aantonen dat deze procedure pijnvermindering geeft in patiënten met clusterhoofdpijn. Bij deze procedure wordt er aan de achterzijde van het hoofd vlak onder de haargrens een catheter geplaatst, welke gestimuleerd kan worden via een kleine generator, ter grootte van een pacemaker.

(Bron en meer informatie: Pijn.nl)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *