‘Artsen en verpleegkundigen zullen wegrennen’: waarom minder spoedeisende hulpafdelingen een slecht idee is

Zorg die maximaal 45 minuten kan wachten, moet op de schop. Dat staat in de ‘Houtskoolschets acute zorg’ van het ministerie van Volksgezondheid. Oud-bestuurder Suzanne Kruizinga van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen is kritisch.

Foto: Pexels

De schets, die voormalig minister Martin van Rijn begin juli naar de Kamer stuurde, bevat een toekomstvisie op de acute zorg. Definitief is de visie nog niet, tot november kunnen belanghebbenden uit de zorg erop reageren.

Als de toekomstvisie na november in praktijk wordt gebracht, kunnen patiënten met acute gezondheidsproblemen straks onder andere een nieuw, landelijk telefoonnummer bellen. Daarnaast verdwijnt een aantal spoedeisende hulpafdelingen (SEH) in algemene ziekenhuizen. Op de SEH kom je bijvoorbeeld terecht met een hartinfarct of na een ernstig ongeluk.

Volgens Van Rijn zijn veranderingen noodzakelijk omdat het op de ene SEH nu veel te druk is en op de andere juist te rustig. Ook het toenemende tekort aan zorgpersoneel speelt mee.

Niet iedereen is blij met de veranderingen zoals die nu in de houtskoolschets worden beschreven. Omdat er straks minder SEH’s zijn, moeten sommige patiënten die acute zorg nodig hebben verder reizen dan nu het geval is.

Volgens Suzanne Kruizinga, die ook spoedeisende hulparts was, zou dat niet nodig hoeven zijn: de SEH’s in de algemene ziekenhuizen doen het volgens haar ‘hartstikke goed’.
Op de eerste plaats vindt Kruizinga het ‘erg brutaal’ dat het ministerie juist nu met de schets komt. “De zorg heeft net de eerste coronagolf achter de rug. Die was echt bijzonder heftig”, zegt ze.
“Zorgmedewerkers zijn aan het herstellen, maken zich klaar voor het najaar, want dan krijgen ze nog wat.” Ze vraagt zich sterk af welk belang erachter zit, om de houtskoolschets nu te presenteren.

(Bron en volledig artikel EenVandaag)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *