Chronische Q-koorts

Chronische Q-koorts is een ziekte die soms pas maanden of jaren na besmetting met de Q-koortsbacterie wordt vastgesteld. Mensen die chronische Q-koorts hebben kunnen ernstige klachten krijgen en zelfs overlijden. Mensen met hartklep- en vaataandoeningen of met een verzwakte afweer hebben meer kans op chronische Q-koorts.

Van de Q-koortsbacterie kunnen mensen direct na de besmetting acute Q-koorts krijgen. Dan hebben mensen een longontsteking of klachten die lijken op griep. Ook zijn er veel mensen die geen klachten krijgen nadat ze besmet zijn geraakt met de Q-koortsbacterie.

Meestal ruimt het lichaam de bacterie op nadat de bacterie in het lichaam komt. Bij ongeveer 2% van de mensen die besmet zijn geraakt blijft de bacterie langere tijd in het lichaam. De bacterie zorgt dan voor een langdurige ontsteking. Dat heet chronische Q-koorts. Ook mensen die geen klachten hebben gehad na besmetting met de Q-koortsbacterie kunnen chronische Q-koorts krijgen. Chronische Q-koorts is een andere ziekte dan het Q-koortsvermoedheidssyndroom (QVS(Q-koorts vermoeidheidssyndroom)).

Chronische Q-koorts is een ernstige ziekte. Mensen kunnen complicaties krijgen aan hart en vaten en daaraan zelfs overlijden. Chronische Q-koorts komt vooral voor bij mensen die al een aandoening hebben aan een hartklep of aan de bloedvaten. Ook mensen met een verzwakte afweer hebben meer kans op chronische Q-koorts. Vaak geeft chronische Q-koorts echter slechts vage klachten. Ze vallen vaak niet op bij de klachten die veel mensen al hebben van hun andere aandoeningen.  Als zwangere vrouwen besmet raken met Q-koorts hebben ze een iets verhoogd risico om later chronische Q-koorts te krijgen.

Om chronische Q-koorts op te sporen vóór sprake is van klachten of complicaties kan een bloedonderzoek worden uitgevoerd. De echte diagnose chronische Q-koorts wordt vastgesteld door een specialist. De specialist baseert zich hierbij ook op uw klachten, risicofactoren, echo-onderzoek en scans.

Om chronische Q-koorts te behandelen is een langdurige antibioticakuur nodig.
Bij ongeveer 2% van de mensen die ooit besmet zijn met de Q-koortsbacterie, blijft de Q-koortsbacterie in het lichaam aanwezig.

(Bron: RIVM)

 

Wat is het verschil tussen chronische en ‘normale’ Q-koorts? Uit bloed blijkt dat je Q-koorts hebt gehad. Wat betekent dit?
Acute Q-koorts ontstaat meestal korte tijd na de besmetting en is vaak na 2 of 3 weken genezen. Er kunnen dan nog wel lange tijd restklachten aanwezig zijn. Ongeveer 1-5% van degenen die besmet zijn met de bacterie krijgt chronische Q-koorts. Ze kunnen aan je bloed zien of je daadwerkelijk chronische Q-koorts hebt. De bacterie verstopt zich en wordt later weer wakker zodra je een verzwakte conditie hebt. In dat geval word je voor een lange tijd behandeld met antibiotica.

Als medici zeggen dat je bloed schoon is, dan moet je dat vertrouwen. Dan heb je dus geen chronische Q-koorts. Echter kun je dan nog langdurige klachten houden. Je hebt de bacterie wel gehad, maar je hebt de aanval doorstaan. Je hebt echter een lange tijd nodig om op te knappen. Je kunt lang klachten zoals vermoeidheid, zweten, spierpijnen en slecht slapen ervaren. Maar de bacterie is dan niet meer in het bloed actief. In dat geval heeft het geen zin meer om antibiotica te slikken. De bacterie sluimert verder in lichaam. Als bacterie weer wakker wordt, dan heeft antibiotica weer zin. Maar dat is vooral het geval met een verzwakte weerstand.

De bacterie heeft twee vormen: a) een grote vorm die het lichaam binnenknalt en b) een kleine vorm die niets doet. De wetenschap weet niet of de kleine vorm in het lichaam blijft en zo ja waar en of je daar later nog last van kunt krijgen. Artsen zitten ook met het dilemma: waarom wordt 60% niet ziek, wordt 20% een beetje ziek en wordt 20% ernstig ziek?

Is de kans op het hebben van chronische Q-koorts groter indien de behandeling met antibiotica veel te laat is gestart?
Dat weten we niet. Je kunt nooit garanties geven. Wel is bekend dat mensen die ernstig ziek zijn geweest een grotere kans hebben op chronische Q-koorts.  Maar het is niet zo dat antibiotica beschermt op chronische Q-koorts.
Een studie in Frankrijk heeft  aannemelijk gemaakt dat met name bij patiënten die een verhoogd risico op chronisch Q-koorts hebben (mensen met hartklepgebreken) het behandelen met antibiotica de kans op chronisch Q-koorts zou halveren. Dat is ook de gedachte achter het langer “profylactisch” behandelen van mensen die naast Q-koorts ook al een klepgebrek hebben. Het lijkt dus zo te zijn dat antibiotica wel degelijk beschermen tegen chronisch Q-koorts, maar ze kunnen het inderdaad niet altijd voorkomen.

Hoe kun je aan je bloed zien of Q-koorts chronisch is?
Als je Q-koorts krijgt is de bacterie de eerste 14 dagen in het bloed aanwezig. Die aanwezigheid van de bacterie is te testen. In deze fase heb je acute Q-koorts. Na 14 dagen is de bacterie weg uit het bloed. Bij het gros van de patiënten blijft de bacterie ook weg. Je ziet dan aan de bloedwaarden wel dat je afweerstoffen hebt aangemaakt. In het begin ligt het aantal afweerstoffen wat hoger, dan weer lager en uiteindelijk is het weg uit het bloed. Bij chronische Q-koorts – meestal tussen 6 en 12 maanden – komt de bacterie weer omhoog. Aan de bloedwaarden zie je dat de afweerstoffen weer gaan stijgen. Als Q-koorts echt chronisch is, dan vind je de levende de bacterie echt terug.
Wanneer uit het bloedonderzoek blijkt dat de antistoffen hoog blijven, moet er gezocht worden naar infectiehaarden, ook als er in het bloed geen (stukjes) bacterie worden gevonden. Wordt er een infectiehaard gevonden, bijvoorbeeld een ontsteking van de hartklep, dan is langdurige behandeling nodig tot duidelijk is dat de ontsteking over is.

Er wordt gezegd dat bij 83% van de veehouders Q-koorts is geconstateerd. Zitten er bij deze 83% ook chronische gevallen?
Chronische gevallen zijn vaak mensen met hartproblematiek. En hartpatiënten zijn vaak niet werkzaam in de veehouderij. Veehouders met hart- of vaatafwijkingen moeten gecontroleerd worden op chronische Q-koorts

Aanvullend hierop: in het bestuur van de patiëntenorganisatie zit één persoon met chronische Q-koorts. Nieuwe gevallen van chronische Q-koorts  komen ook 10 jaar na de uitbraak van de Q-koortsepidemie nog steeds voor. Chronische Q-koorts wordt niet altijd snel vastgesteld, vooral ook omdat de patiënt destijds zonder de gebruikelijke symptomen Q-koorts heeft doorgemaakt. Dat wordt ook wel de asyptomatische variant genoemd. Op dit moment (november 2016) zijn 478 mensen bekend met chronische Q-koorts.

(Bron: Q-uestion, stichting voor mensen met Q-koorts)

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *