Onze ‘obsessie’ met positiviteit is schadelijk, vindt de Amerikaanse psychotherapeut Whitney Goodman. Het impliceert dat wie het niet voor elkaar heeft in het leven, dat aan zichzelf te danken heeft. Haar antwoord op giftige positiviteit: radicale acceptatie.
Ze wil gelukkig zijn en positief in het leven staan. Dus begint ze elke dag met opsommen waarvoor ze dankbaar is. Haar spiegel heeft ze volgehangen met bemoedigende leuzen. ‘Je bent geweldig!’ ‘Je kunt het!’ Ze sluit de dag af met een positief citaat.
Het helpt niet.
‘Tory’ (niet haar echte naam) is een van de cliënten van Whitney Goodman (31). Ze worstelt – net als veel van de, veelal jonge, cliënten van de Amerikaanse psychotherapeut – met de niet-aflatende druk om bij elke vorm van ellende lichtpuntjes te zien en onder alle omstandigheden gelukkig te zijn.
‘Giftige positiviteit’ noemt Goodman dit in een gelijknamig boek dat deze maand verscheen. Het fenomeen vormt de basis van menig zelfhulpboek: wie maar positief genoeg denkt, kan alles bereiken. Het klinkt door in de bodypositivity-beweging, die ons opdraagt om van ons imperfecte lichaam te houden. Het wordt te pas en te onpas ingezet bij tegenslag.
‘Van kankerpatiënten tot werklozen’, schrijft Goodman, ‘we hebben allemaal aangepraat gekregen dat alles beter wordt van positieve gedachten.’
(Verder lezen? Klik hier om naar de Volkskrant te gaan)