Er is een verband tussen schade aan de kleine bloedvaten (microcirculatie) en symptomen van depressie, zoals een sombere stemming, slapeloosheid en verlies van interesse en plezier. Dat blijkt uit onderzoek aan het Maastricht UMC+. De bevindingen van de Maastrichtse onderzoekers zijn onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Hypertension.
Dat er een relatie is tussen schade aan de microcirculatie en symptomen van depressie, is al eerder onderzocht, op basis van dwarsdoorsnede-onderzoek. Daarbij wordt ieder individu binnen de onderzoeksgroep eenmaal en op hetzelfde tijdstip geobserveerd of gemeten. Het is echter voor het eerst dat deze relatie is vastgesteld door middel van een zogenoemde longitudinale studie, waarbij deelnemers aan een onderzoek over een lagere termijn worden gevolgd.
De Maastrichtse onderzoekers volgden gedurende vier jaar bijna drieduizend mensen tussen de 40 en 75 jaar die aan het begin van de studie geen tot weinig symptomen hadden van depressie. Bij hen werd de functie van de kleine bloedvaten in kaart gebracht: in de huid, in het oog (meer precies in het netvlies) en met biomarkers uit het bloed. Die metingen zijn bijzonder. Schade aan de grote vaten is relatief gemakkelijk vast te stellen, maar het in beeld brengen van de functie van de haarvaten is veel lastiger. Het vergt veel training en ervaring van de onderzoeker, is arbeidsintensief, tijdrovend, kostbaar en er is geavanceerde apparatuur nodig.
(Bron en volledig artikel GGZ Nieuws)