In onder meer Nederland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk geldt dialyse als de standaardbehandeling voor patiënten met gevorderde chronische nierschade (CKD), maar het is de vraag of dat altijd zinvol en wenselijk is.
Door factoren als obesitas, diabetes, hoge bloeddruk en vergrijzing is het aantal CKD-patiënten de afgelopen decennia aanzienlijk toegenomen. Onder mensen vanaf 70 jaar neemt het aantal patiënten met chronische nierschade snel toe.
Dialyse is echter een intensieve behandeling, terwijl oudere patiënten vaak al kwetsbaar zijn door meerdere aandoeningen en functionele beperkingen. Conservatieve behandeling van CKD kan dan een alternatief zijn. Dit houdt in dat een multidisciplinair zorgteam alle benodigde interventies inzet (behalve dialyse), om zo de kwaliteit van leven zo goed mogelijk te behouden, met zo min mogelijk klachten en symptomen. Dat gebeurt met medicatie, dieet- en leefstijladviezen, en adequate palliatieve zorg in de laatste levensfase. Het gaat er dus niet zozeer om het leven te verlengen.
Wouter Verberne, internist in opleiding aan het UMC Utrecht, vergeleek de waarde van dialyse en conservatieve behandeling bij oudere patiënten. Hij wijdde er zijn proefschrift aan, waarop hij onlangs promoveerde aan de Leidse universiteit. Verberne deed onder meer een retrospectieve studie, waarin patiënten van 70 jaar of ouder met ernstige chronische nierschade werden meegenomen, die tussen 2004 en 2016 zorg ontvingen in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein en die expliciet hadden gekozen voor dialyse of conservatieve behandeling na – zoals Verberne zegt – ‘een proces van samen beslissen’.
(Bron en volledig artikel Medisch Contact)