Chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) is de naam voor ernstige vermoeidheidsklachten. U bent langer dan 6 maanden achter elkaar moe en er is geen verklaring aan te wijzen voor uw moeheid. Rust nemen helpt niet tegen de moeheid.
De vermoeidheid zorgt ervoor dat u veel minder kunt doen dan u gewend was, thuis, voor uw studie, werk, sport of bij sociale activiteiten.
Bij de vermoeidheid kunt u deze klachten hebben:
– niet uitgerust zijn na het slapen
– nog lang uitgeput zijn na inspanning of sporten
– een kleine inspanning (lichamelijk of geestelijk) kan de klachten soms al doen verergeren
– geheugenproblemen of concentratieproblemen
– keelpijn
– gevoelige lymfeklieren in de hals of oksels
– spierpijn
– pijn in de gewrichten zonder zwelling of roodheid
– hoofdpijn
– duizeligheid en zwakte bij opstaan na zitten of liggen
Wat is de oorzaak van chronisch vermoeidheidssyndroom?
Bij CVS is er geen oorzaak voor uw vermoeidheid te vinden. Mogelijk heeft het met meer dingen te maken, zoals aanleg, afweer, hormonen, hersenen of zenuwen. Of met een andere lichamelijke oorzaak die we niet kennen.
Een ding is duidelijk: u bent ernstig vermoeid, en het komt niet door inspanning of een slaaptekort.
Mogelijk bent u extra gevoelig voor moeheid en pijn. Daardoor voelt u moeheid en pijn heftiger dan de meeste andere mensen.
Het lijkt erop dat verschillende dingen (samen) ervoor zorgen dat iemand CVS krijgt:
– Sommige mensen hebben aanleg om CVS te ontwikkelen.
– Sommige gebeurtenissen kunnen er voor zorgen dat CVS ook werkelijk begint. Bijvoorbeeld een moeilijke periode of een ziekte.
Er zijn ook omstandigheden die ervoor kunnen zorgen dat de vermoeidheid blijft. Een paar voorbeelden:
– Uw denken heeft invloed op wat u voelt en aankunt. Als u verwacht dat u iets niet kunt, is de kans groot dat het inderdaad niet lukt.
– Het kan zijn dat u teveel van uzelf vraagt. Het evenwicht tussen activiteiten en ontspanning is dan verstoord.
– Hoe anderen met u omgaan speelt ook mee. Als mensen bijvoorbeeld steeds vragen of u moe bent, kunt u daar ook moe en moedeloos van worden.
– Op onregelmatige tijden opstaan en naar bed gaan kan de klachten verergeren. Als u overdag veel slaapt, ligt u ’s nachts vaak wakker. Daardoor bent u overdag vaker moe.
Er is geen behandeling bekend waardoor chronische vermoeidheid overgaat.
Er zijn wel therapieën die steun kunnen geven bij het omgaan met uw klachten. Bijvoorbeeld gesprekken met een psycholoog, of oefentherapie. Ze helpen niet bij iedereen. U kunt zelf kiezen of u dit wilt uitproberen. De huisarts bespreekt dit met u.
Gesprekken met een psycholoog
Chronische vermoeidheid kan heel heftig zijn en uw leven verstoren. Het kan helpen om dit met een psycholoog te bespreken. Hoe kunnen u en uw omgeving het beste omgaan met de vermoeidheid? Samen met een psycholoog bekijkt u welke gedachten en reacties u zou kunnen veranderen om beter met uw klachten om te gaan. Stap voor stap bekijkt u of u uw leven zo kunt inrichten dat het wat beter met u gaat. Deze behandeling heet cognitieve gedragstherapie (CGT).
Met de psycholoog bekijkt u eerst wat er allemaal met u gebeurt door de klachten. Wat doen de pijnklachten of moeheid met u? Hoe houdt u het vol? Wat doen de klachten met uw lichaam? Is uw gedrag, uw gevoel, uw manier van denken veranderd door uw klachten? Gaat u anders om met de mensen om u heen sinds u zo moe bent? En wat doen al die veranderingen weer met de klachten?
De psycholoog leert u om op een andere manier naar uw klachten te kijken. Hij of zij leert u om er op zo’n manier mee om te gaan dat u er wat minder last van heeft. Uw gedrag, gevoel en manier van denken kunnen daardoor veranderen. Deze veranderingen helpen meestal om de klachten te verminderen. U kijkt samen of het lukt om geleidelijk weer actiever te worden. Zo kunt u langzaam de dingen die voor u belangrijk zijn weer doen. Welke doelen u precies heeft met uw behandeling, bepaalt u bij het begin van de behandeling zelf, in overleg met uw psycholoog.
Uw huisarts weet waar u deze behandeling kunt krijgen. Werkt er in de huisartsenpraktijk een praktijkondersteuner GGZ (POH-GGZ)? Dan kunt u ook daar een aantal gesprekken mee hebben.
Als u kiest voor CGT betekent dat zeker niet dat de oorzaak van de klachten psychologisch is of ‘tussen de oren’ zit. CGT wordt ook gegeven aan patiënten met andere ernstige ziekten.
Behandeling bij jongeren
Ben je jonger dan 18 jaar en heb je CVS? Dan ben je meestal onder behandeling van de kinderarts. Deze kan samen met je kijken welke therapie door welke psycholoog het beste bij je past.
Oefentherapie bij het chronisch vermoeidheidssyndroom
Een andere therapie die soms kan helpen is oefentherapie (Graded excercise therapy (GET)). Bij deze oefentherapie bekijkt u eerst met uw therapeut welke activiteiten u nog kunt. U maakt samen een plan om uw lichamelijke activiteiten geleidelijk uit te breiden, meestal met behulp van een hartslagmeter.
Uw huisarts kan u verwijzen naar een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in GET of naar een revalidatiecentrum dat GET geeft.
Bij sommige mensen helpt oefentherapie niet. Soms worden de klachten juist erger.
U kunt zelf kiezen of u een van deze behandelingen wilt proberen. Uw huisarts bespreekt dit met u.
Medicijnen bij het chronisch vermoeidheidssyndroom
Er zijn geen medicijnen die helpen tegen het chronisch vermoeidheidssyndroom.
Bespreek het met uw huisarts als u pijnstillers of een slaapmiddel gebruikt of daar juist mee wilt stoppen.
Voeding bij het chronisch vermoeidheidssyndroom
Gezond eten is voor iedereen belangrijk. Speciale diëten en voedingssupplementen zijn niet nodig. Uit onderzoek blijkt dat ze niet helpen bij het chronisch vermoeidheidssyndroom.
Denkt u erover om toch een dieet te proberen of vitaminepillen te gaan gebruiken, bespreek dit dan met uw huisarts. Samen kunt u nagaan of u hiermee risico’s loopt. Diëten kunnen ervoor zorgen dat u een tekort krijgt aan vitaminen of mineralen. Jongeren moeten daar extra op letten, omdat de kans op een tekort in de puberteit extra groot is.
(Bron: Thuisarts.nl)