Er bestaan grote verschillen tussen Nederlandse gemeenten in de stijging van zorgkosten, die niet te verklaren zijn door vergrijzing. Dat blijkt uit nieuwe gegevens van zorg-informatiecentrum Vektis over declaraties bij verzekeraars, die door Nieuwsuur zijn geanalyseerd.
De verschillen zijn grotendeels het gevolg van ongelijkheid in welvaart en opleidingsniveau. Vooral in gemeenten met relatief arme inwoners liggen de zorgkosten hoog.
Een voorbeeld: op het eerste oog verschilt de bevolking van het Groningse Stadskanaal maar weinig van die van het Gelderse Rozendaal. In beide gemeenten is meer dan de helft van de bevolking ouder dan 45, en de man-vrouwverhouding is redelijk in balans. Op basis van die factoren liepen de verwachte zorgkosten per inwoner voor 2022 dan ook weinig uiteen: zo’n 3.250 euro in Stadskanaal, en 3.140 euro in Rozendaal.
Maar de werkelijkheid is anders: in Stadskanaal werd in 2022 gemiddeld 3.940 euro gedeclareerd aan zorg in de basisverzekering (inwoners betalen dit dus niet zelf). Slechts in drie gemeenten lag dat bedrag hoger. Rozendaal, daarentegen, bevindt zich met 2.420 euro aan de andere kant van de lijst. In 2011 was het verschil tussen de gemeenten nog maar 300 euro.
(Bron en verder lezen: NOS)