Het inenten van kinderen tegen infectieziekten wint aan populariteit. De landelijke vaccinatiegraad in Nederland is voor het eerst in vijf jaar bij vrijwel alle leeftijdsgroepen gestegen.
Vooral de inenting van zuigelingen tegen bof, mazelen en rodehond (+ 0,7 procent) en tegen meningokokken (+ 0,6 procent) en de vaccinatie van pubermeisjes tegen hpv (+ 7,5 procent) – een virus dat baarmoederhalskanker veroorzaakt – zitten in de lift.
Het percentage kinderen dat vorig jaar op tweejarige leeftijd alle vaccinaties volgens schema heeft ontvangen, is gestegen van 90,2 naar 90,8 procent. Daarentegen heeft 4,4 procent van de tweejarigen nog geen enkele vaccinatie gekregen. Vooral in de zogeheten biblebelt blijft de inentingsgraad te laag.
Hans van Vliet leidt het Rijksvaccinatieprogramma bij het RIVM. Hij ziet dat het over het algemeen in Nederland echt de goede kant op gaat. ,,Het onderwerp ‘vaccineren’ leeft weer! Dat is een heel andere boodschap dan de afgelopen jaren. Sinds 2019 kun je echt spreken van een goednieuwsshow.”
Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid) verwelkomt de duidelijke trendbreuk, een toename van de inentingsgraad. Blokhuis beschouwt vaccinatie als ‘een daad van naastenliefde’. ,,Ik voel me gesterkt in de maatregelen die ik heb ingezet om meer kinderen en jongeren te vaccineren.”
Volgens Van Vliet (RIVM) komt de stijging doordat de aandacht voor vaccinatie, zowel in het maatschappelijk debat als in de politiek, is toegenomen. De discussie over het weigeren van kinderen zonder inentingen op de crèche was verhit.
(Bron en volledig artikel AD)