Nog steeds sterven er mensen aan chronische Q-koorts

De grootste Q-koortsuitbraak ooit ter wereld vond plaats in Nederland tussen 2007 en 2011, en leidt nog steeds tot sterftegevallen. Dat blijkt uit de laatste update van de Nationale Chronische Q-koorts Database waarin bij de laatste update 116 sterftegevallen gemeld worden ten opzichte van 95 in 2018.  Destijds raakte een heel groot aantal mensen besmet met de Q-koortsbacterie, Coxiella burnetii. Q-koorts wordt veroorzaakt door deze bacterie die over gaat van dieren op mensen, een zogenoemde zoönose. Bij de meeste mensen verdwijnt de bacterie uit het lichaam, maar niet bij iedereen. In dat geval spreken we van chronische Q-koorts.

Sindsdien worden de gegevens van patiënten met chronische Q-koorts verzameld in de Nationale Chronische Q-koorts Database, een samenwerking van het UMC Utrecht, het Radboudumc en het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Het team bestaat uit respectievelijk Jan Jelrik Oosterheert, internist-infectioloog, Chantal Bleeker-Rovers hoogleraar Uitbraken van infectieziekten en arts-microbioloog Peter Wever. Zij hebben meerdere onderzoekers begeleid die naast hun verantwoordelijkheid in het verzamelen van de gegevens onderzoek hebben gedaan naar bijvoorbeeld het verbeteren van de diagnostiek en behandeling van deze chronische infectie.

Van bijna alle ziekenhuizen in Nederland zijn de gegevens weer aangevuld. Inmiddels telt de chronische Q-koorts database 585 chronische Q-koorts patiënten (350 met een bewezen chronische Q-koortsinfectie, 97 met een waarschijnlijke chronische Q-koortsinfectie en 138 met een mogelijke chronische Q-koortsinfectie). Dat zijn er 66 meer dan in 2018 werden geregistreerd. Opvallend is dat zelfs 10 jaar na het einde van deze grote uitbraak er nog steeds nieuwe gevallen van chronische Q-koorts zijn gediagnosticeerd bij patiënten die jaren geleden zijn besmet.

(Bron en verder lezen: Radboudumc)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *