Bron:Zembla
De coronacrisis leidt niet alleen tot een actueel tekort aan medicijnen bij apotheken en op de intensive care. Nederland zal door de pandemie nog jarenlang last kunnen hebben van medicijntekorten.
Dat zegt Ludwig Castelijns, directeur van medicijngroothandel Mosadex, in Zembla. Zo’n tachtig procent van onze medicijnproducten komt uit China en India. Door de coronacrisis waren fabrieken in China wekenlang dicht en export uit India ligt momenteel geheel stil. Castelijns: “Afhankelijk van hoelang deze crisis duurt, gaan de tekorten exponentieel stijgen. Daar kunnen we jarenlang last van hebben.”
Meerdere deskundigen waarschuwen al jaren voor de afhankelijkheid van China en India. Ze maken zich grote zorgen over de beschikbaarheid van medicijnen als er in de productieketen problemen ontstaan. Dat die zorgen terecht zijn, bleek in 2017. Als maatregel tegen luchtverontreiniging sloot China toen tijdelijk 1500 fabrieken, waarvan een kwart met medicijnen te maken had. Er ontstond direct een tekort aan medicijnen tegen tuberculose. Op aandringen van de WHO is de fabriek door de Chinezen toen weer geopend.
Overwerken om achterstand in te halen
Door de coronacrisis is er nu opnieuw productie-uitval. En die zal volgens Castelijns nog lang nawerken. “De restcapaciteit om die productie-uitval op te vangen is maar beperkt. Niet alles wordt elke dag geproduceerd en bovendien zitten die productielijnen vaak vol. Met andere woorden: je moet eigenlijk overwerken om die vier maanden achterstand in te halen.”
Ook Weite Oldenziel, directeur van grondstofproducent Ofichem voorziet problemen door de productie-uitval in China en de lockdown van India. “Tachtig procent van de wereldproductie vindt plaats in die beiden landen. Dus als beide landen niet meer leveren of een tijd niet meer leveren, dan ondervinden we daar op de hele aardbol een probleem van.”
IJzeren voorraad
Juist om dit soort leveringsproblemen in de keten op te vangen, besloot toenmalig minister Bruins in 2018 dat er een extra voorraad van medicijnen zou worden aangelegd. “Er is jarenlang over gesproken, maar die voorraad is er nog steeds niet gekomen”, zegt Castelijns. “Er werd over gebakkeleid wie dat moest gaan betalen.” Volgens Castelijns zou het aanleggen van zo’n voorraad zo’n 50 miljoen euro per jaar gaan kosten. “Eigenlijk maar een paar euro per inwoner van Nederland.”
Maar als gevolg van de coronacrisis zal het volgens Castelijns nu veel meer gaan kosten om zo’n voorraad aan te leggen. “Ik denk een factor tien of factor honderd. Als wij nu op hele korte termijn die voorraad willen aanleggen, gaat dat gewoon niet lukken want door het coronavirus ligt een belangrijk deel van de wereld plat.”
Twaalf procent van medicijnen niet leverbaar
Voordat de Coronacrisis uitbrak kon hij gemiddeld een volume van vijf procent van de bestellingen tijdelijk niet leveren. “Nu zitten we op twaalf à dertien procent. Dus het is eigenlijk bijna verdrievoudigd. Dat wil niet zeggen dat het allemaal tekorten zijn, alleen hebben wij hier een tijdelijk leveringsprobleem in onze groothandel. Door de enorme vraag van Corona. We zijn nu volop bezig om die verhoogde vraag natuurlijk weer aan te zuiveren met onze bestellingen. Maar dat leidt ook wel tot tekorten.”
Reëel risico
Ook Heiman Wertheim, hoogleraar infectieziektes Radboud UMC, is ontevreden over het uitblijven van de toegezegde noodvoorraad. “Water, voedsel, vrede en zorg, waaronder geneesmiddelen, zijn cruciaal om goede veiligheid voor de bevolking te verzorgen. En daar voldoen wij nu gewoon niet aan. Voor Nederland verwacht ik dat we dusdanig inventief en solidair zijn dat we slimme oplossingen met elkaar gaan zoeken. Maar dat is wel gewoon een reëel risico en gewoon niet goed.”
Castelijns denkt dat er uiteindelijk zelfs mensen zouden kunnen sterven doordat er geen medicijnen meer zijn. “Dat zal ongetwijfeld zo zijn”, zegt hij. “Dat is zeker ernstig en dat is jammer want het had voor een deel voorkomen kunnen worden.”
Het ministerie laat ons weten: ‘Er wordt gekeken hoe zo’n voorraad gerealiseerd, wettelijke verankerd en gemonitord kan worden. We verwachten in de zomer de Kamer hierover te informeren.”